h

2013! Zuur of zoet?

14 november 2012

2013! Zuur of zoet?

"Wij hebben een nieuw regeerakkoord, zelfs een nieuw, nieuw regeerakkoord, en we verwachten hiervan dat het wel enige tijd stand zal houden. In ieder geval tot de Telegraaf zich erover uitgesproken heeft. Dit regeerakkoord heeft verregaande gevolgen voor onze provincie, die door crisis toch al behoorlijk aan het veranderen is. Ik wil een aantal van de grote problemen waarmee wij in Overijssel worden geconfronteerd aanstippen." Zo begon Frank Futselaar de algemene beschouwing in de Statenvergadering.

In Overijssel nam de werkloosheid afgelopen jaar al met 23% procent toe. Werkloosheid is een enorm probleem in onze provincie. Het aantal WW’ers steeg vorig jaar eveneens fors: van 16.700 naar 20.500. Dat cijfer zal misschien wel omlaag gaan, want dankzij de beperking van de WW-duur zal een deel veel eerder in de bijstand belanden. De inkomenspositie van bijstandgerechtigden verslechtert, om de armoedeval compleet te maken. De kabinetsmaatregelen zullen leiden tot een verdere daling van de werkgelegenheid komende jaren, landelijk geschat op ongeveer een 1% maar ongetwijfeld erger in Overijssel als je bedenkt dat zwaarste klappen zullen vallen in voor ons belangrijke sectoren als de overheid, de zorg en vooral ook de bouw. In de zorgsector alleen al verdwijnen landelijk 60.000 banen.
Gelukkig hebben we de verzekering van de VVD-fractievoorzitter in de Tweede Kamer dat iedereen die wil werken dat best kan, zo bleek uit het debat gisteren. De tienduizenden Overijsselse werkelozen zijn kennelijk gewoon lui volgens de VVD.

Op sociaal beleid krijgen we meer voor de kiezen: De afschaffing van de dagbesteding zal een veel groter beroep doen op, met name oudere, mantelzorgers. Bedenk bijvoorbeeld wat dit betekent als je moet zorgen voor je dementerende partner. Het is de vraag of zij deze enorme belasting wel aan zullen kunnen: en wat is dan het antwoord van ons als overheid? Ik wil van de gedeputeerde weten of GS hier voor de provincie een rol ziet? Zijn wij bereid bijdragen aan ondersteunende organisaties te vergroten om in ieder geval de ernstigste gevolgen hiervan op te vangen?

Doordat de markt op koopwoningen volledig op slot zit, en door de armoedeval waar burgers zich door kabinet en crisis mee geconfronteerd zien, worden onze inwoners massaal terug de huurmarkt opgedreven. Maar daar is geen ruimte voor ze, en mede door de extra korting op de corporaties is er ook geen zicht op dat er serieus bijgebouwd gaat worden, ondanks de groeiende vraag. Wat dit laatste betekent voor de voor Twente zo belangrijke bouwsector hoef ik u niet voor te tekenen.
In Zwolle is de wachttijd voor een sociale huurwoning inmiddels ver boven de 2 jaar, en in de stedendriehoek is een wachttijd van 7 jaar meer regel dan uitzondering. In de Twentse steden is de situatie minder dramatisch voor sociale huurwoningen, maar daar ontbreekt, net zoals in alle stedelijke gebieden in onze provincie, het middensegment. Wij komen in de bizarre situatie dat gemeenten voor miljoenen moeten afschrijven op braakliggende grond bestemd voor dure koopwoningen en bedrijventerreinen, terwijl aan de reële vraag voor huurwoningen niet kan worden voldaan. Zelden in de Nederlandse geschiedenis weken vraag en aanbod op de woningmarkt zo van elkaar af. En wij, als toezichthouder op gemeenten, staan erbij en kijken ernaar.

Dat brengt ons op de financiële positie van de gemeenten, waarvoor wij de belangrijkste toezichthouder zijn. Deze is bijzonder moeilijk te noemen, zo niet dramatisch. De extra kortingen en gelijktijdige decentralisaties die ze voor de kiezen krijgen doen de vraag oproepen of gemeenten wel aan kun basistaken zullen kunnen blijven voldoen, en zelfs hoe lang het duurt voor Overijssel weer een gemeente in artikel 12-status kan verwelkomen. De gemeenten sluiten bibliotheken en culturele instellingen, korten op subsidies en beperken hun sociaal beleid, zodat er een stapeling met de Rijksmaatregelen plaatsvindt. Dat zijn misschien tendensen die door sommigen in deze staten worden toegejuicht, maar ze betekenen een beperking van de levenskwaliteit van onze burgers. En die levenskwaliteit zou onze eerste zorg als overheid moeten zijn.

Het kabinet denkt deze problemen mede op te kunnen vangen met een schaalvergroting tot gemeenten van minstens 100.000 inwoners. De SP vindt dit bestuurlijk tekentafelbeleid, dat geen enkel verband heeft met de realiteit. Natuurlijk moeten gemeenten waar dit kan en zinvol is zo efficiënt mogelijk met elkaar samenwerken: maar de financiële voordelen van herindeling blijken vaak beperkt, terwijl de vergrote afstand van burgers tot hun bestuur zeer onwenselijk is. De CdK heeft zich al eens sceptisch uitgelaten over deze passage in het regeerakkoord, maar wij zouden graag een duidelijk uitspraak willen: dat het Provinciale Bestuur in Overijssel geen aanleiding ziet voor een van boven opgelegde gemeentelijke fusie in deze provincie.

Wij willen speciale aandacht vragen voor de stand van zaken in de jeugdzorg. Door de versnelde decentralisatie, gecombineerd met extra bezuinigingen van 150 miljoen en de toch al precaire situatie van gemeenten in crisistijd, wordt het risico op verergering van de problemen in de jeugdzorg groter. Juist op het moment dat de jeugdzorg verder zou moeten professionaliseren en overheden toezicht moeten versterken wordt de jeugdzorg geconfronteerd met haastwerk en een nieuwe megabezuiniging. De conclusies van de commissie Samson worden opzij geblazen door de bezuinigingsdrift van onderhandelaar Samsom. Ik wil de gedeputeerde vragen om op zo kort mogelijke termijn ons te informeren over de gevolgen van het regeerakkoord op de transitie van de jeugdzorg, met specifieke aandacht voor de gevolgen van versnelling en bezuinigingen en antwoord op de vraag of doorzetten van de decentralisatie onder de huidige omstandigheden nog wel verantwoord is. Ik zal heel helder zijn: als er een tekort aan geld blijkt te ontstaan, zal de provincie wat de SP betreft haar verantwoordelijkheid moeten nemen. Dit is voor ons de grootste prioriteit.

Voorzitter, wanneer wij de enorme opgaven zien die in onze provincie spelen en nog groter gaan worden op het gebied van sociaal beleid, cultuur, de woningmarkt en jeugdzorg, dan vinden wij een investeringsprogramma van 1,2 miljard, waarvan het grootste deel naar infrastructuur gaat onbegrijpelijk. Voor ons is dit niet uit te leggen aan onze burgers. Maar wij kennen inmiddels onze pappenheimers, en weten dat het coalitieakkoord wet is voor een krappe meerderheid van deze staten, ook al is dit inmiddels volkomen losgezongen van de dagelijkse realiteit van onze inwoners.

Daarom geen grote begrotingswijzigingsvoorstellen van de SP. Het zou zinloos zijn. Wel drie moties om op accenten verandering aan te brengen.

De eerste motie heeft betrekking op de EHS: een van de weinige positieve besluiten die het nieuwe kabinet heeft genomen, het streven naar het afmaken van de EHS inclusief de verbindingszones. En veelzeggend: van alle kabinetsmaatregelen is dit de enige waar het provinciebestuur zich openlijk toe genoodzaakt voelde deze publiekelijk tegen te spreken, tot aan de aankondiging van bestuurlijke ongehoorzaamheid toe. Daarom –en dit is bijzonder- een motie van de SP om als het gaat om ons bij de EHS te conformeren aan het Rijksbeleid.

De tweede motie betreft de kwestie externe inhuur en aankoop van extern advies. Naar mate ambtelijke apparaten inkrimpen de afgelopen jaren, blijken zij in toenemende mate te leunen op externe inhuur. Dit is niet altijd goedkoper, mede omdat je als organisatie eigen kennis verliest, en daarom wil de SP in de jaarrekening inzichtelijk gemaakt hoeveel geld naar externe inhuur gaat ten opzichte van de totale loonsom van de provincie. Is goedkoop niet feitelijk duurkoop.
Maar nog belangrijker vind ik zelf dat wij een overzicht krijgen van de externe adviezen die de provincie inkoopt. Dit heeft ook deels een financiële reden: als de provincie op een bepaald terrein voor veel geld advies inkoopt is het logischer om hiervoor gewoon iemand in dienst te nemen.
Maar er is een meer fundamentele reden: extern advies doet afbreuk aan de verantwoordelijkheidspositie tussen bestuur en volksvertegenwoordiging: wanneer een intern ambtelijk advies onjuist blijkt: is de bestuurder hiervoor 100% verantwoordelijk. Is er echter sprake van een extern advies, dan kan een bestuurder gemakkelijk zeggen “het lag aan het externe advies, daar kan ik ook niets aan doen”. Om deze reden wordt het voor bestuurders steeds verleidelijker om advies van buiten te halen, om zo verantwoordelijkheid te ontlopen. Ik zeg niet dat dit in Overijssel gebeurt, want daar heb ik de gegevens niet over, maar ik vind het een hoogst onwenselijke maatschappelijke tendens. Daarom wil de SP inzage in de mate waarop Overijssel gebruik maakt van extern ingekochte adviezen. In ons voorstel dient dit bij de jaarrekening betrokken te worden.

Dan tot slot de wachtgeldregeling voor oud-bestuurders. Wij kunnen hier helaas niets beslissen over de hoogte en de duur van wachtgeldregelingen, al is de SP van mening dat het op zijn minst iets minder hypocriet zou zijn als deze net zoveel beperkt zou worden als de WW voor gewone mensen. Maar dat is aan de kamer. Evenmin wil ik hier individuen terechtwijzen. Wel kunnen wij kijken naar de wijze waarop wij uitvoering geven aan deze regeling: op dit moment heeft de provincie via het IPO twee bureaus in dienst om oud-bestuurders te begeleiden in een re-integratietraject. Laten wij dan te minste hun succes hierin evalueren: zijn ze aan het werk geholpen en op welke termijn? Dat zou voor ons reden kunnen en moeten zijn om met iemand anders in zee te gaan of het anders te organiseren. Dat geeft de bureaus een stok achter de deur en heeft wellicht een positief effect op hun functioneren, en dat van hun cliënten. Daarom van de SP een motie om dit voor de verkiezingen van 2014 te regelen.

Voorzitter, dit is het langste dat ik ooit in deze staten heb gesproken en dat mag u opvatten als tekenend voor mijn gemoedstoestand. Ik ben van mening dat de keuzes die het provinciebestuur maakt in haar begroting onverantwoord zijn gezien de staat waarin van de provincie en het land zich bevinden. De SP kan deze begroting dan ook op geen enkele wijze ondersteunen.

U bent hier