Overijssel

De fractie van de SP in provinciale staten van Overijssel zal bij de behandeling van de begroting voorstellen indienen die de staten meer sturing geven op het gebied van externe inhuur door de provincie en op de wijze waaraan wordt gewerkt aan de re-integratie van oud-bestuurders op de arbeidsmarkt.

De SP maakt zich zorgen dat de inkrimping van het provinciaal ambtelijk apparaat zal leiden tot een groter gebruik van externe inhuur en meer inkoop van extern advies. Om dit tegen te gaan dient de partij bij de begroting een motie in om zichtbaar te maken hoeveel geld de provincie aan externe inhuur kwijt is, en voor welke zaken bij welke bedrijven extern advies wordt ingehuurd.

SP-fractievoorzitter Frank Futselaar: “Je ziet vaak dat minder ambtenaren leidt tot meer, en nog duurdere, inhuur van externe adviseurs. Dat kan niet de bedoeling zijn. Wij willen dat jaarlijks duidelijk wordt hoeveel geld hier in omgaat, zodat we zeker kunnen zijn dat deze bezuiniging niet uiteindelijk tot een stijging in de kosten gaat leiden. Daarnaast willen we een openbare lijst van de externe adviezen die de provincie inkoopt. Als bijvoorbeeld blijkt dat er veel geld naar juridisch advies gaat, kan de provincie beter een extra jurist aannemen. Tegelijkertijd wordt ook zichtbaar of de provincie niet steeds dezelfde bedrijven in dienst neemt.”

Daarnaast wil de SP dat de re-integratiebureaus die de provincie gebruikt voor oud-bestuurders worden geëvalueerd op effectiviteit, zodat eventueel kan worden besloten op een andere manier te zorgen dat ex-gedeputeerden voldoen aan hun sollicitatieplicht. Futselaar: “Deze bureaus hebben tot taak te zorgen dat onze oud-bestuurders zo snel mogelijk aan nieuw betaald werk worden geholpen, zodat het beroep op wachtgeld minimaal is. Ik heb niet het idee dat dit altijd even voortvarend gebeurt, en in dat geval moeten deze bureaus daar op afgerekend worden. Het verder beperken van wachtgeldregelingen kunnen wij helaas in de staten niet regelen omdat dit landelijke wetgeving is, maar laten we dan wel zorgen dat de kosten voor de belastingbetaler zo beperkt mogelijk blijven door goed toezicht.”