Overijssel

De BV openbaar vervoer loopt stroef en daarom moet in navolging op de bezuinigingen vanuit het Rijk extra bezuinigd worden. Echter, in plaats van te constateren dat de marktwerking in het openbaar vervoer gefaald heeft en dat het gestelde doel van 3% reizigersgroei jaar op jaar niet wordt gehaald, verschuilt GS zich in dit voorstel achter het dogma: we moeten nu eenmaal bezuinigen. Maar dat is niet zo, de kosten en baten moeten met elkaar in balans gebracht worden en dat is heel wat anders. De SP is van mening dat het voorstel verworpen moet worden en wil een nieuw voorstel voor een structureel beter en efficiënter OV: het OV 2.0

SP-Statenlid Marianne Breedijk: “We moeten niet ‘nu eenmaal bezuinigen’. Dat is immers een politieke keuze die we nog moeten maken. Dit voorstel brengt alleen uitgaven en opbrengsten met elkaar in evenwicht maar kent geen enkele visie of ambitie op het openbaar vervoer van de toekomst. Het lost nu gauw even een probleem op maar op de langere termijn zullen we merken dat we ons hiermee in de voet hebben geschoten. Een groot deel van onze provincie wordt onbereikbaar voor mensen maar we jagen ook meer mensen de auto in waardoor we nog meer asfalt nodig gaan hebben en nog meer parkeerplaatsen.”

De SP beticht het provinciebestuur van een koekjesfabriekbenadering. Een koekjesfabriek concentreert zich op de best lopende koekjes en stopt met de koekjes die het minst goed verkopen. De Provincie is echter geen koekjesfabriek, maar een overheid die een publieke taak heeft om het openbaar vervoer van haar burgers te verzorgen. Dat kost geld maar dat mag ook geld kosten want daar betalen burgers immers belasting voor, ook de burgers in het buitengebied. Het levert ons sociale, economische en ecologische winst op maar die wordt helaas nooit meegerekend. Het aanvullend net heeft bovendien niet alleen een sociale functie maar ook een belangrijke bereikbaarheidsfunctie. Het voert immers reizigers naar het kernnet. Wanneer reizigers niet meer bij het kernnet kunnen komen of van het kernnet op hun bestemming kunnen geraken, zullen ze helemaal niet meer met het kernnet reizen.

Marianne Breedijk: "Wat ik mis in de discussie over de OV-tactiek is een visie op hoe wij het openbaar vervoer het komende decennium en verder willen vormgeven. Welke functie heeft het volgens ons in de maatschappij van 2020? En in 2040? In het licht van flexibel werken, mobiel werken, afnemend autobezit, afnemende olievoorraden en dichtslibbende wegen ziet de SP een belangrijke rol weggelegd voor het openbaar vervoer in de mobiliteit van de toekomst. Openbaar vervoer is schoon, men kan onderweg werken en de reistijd benutten als werktijd en het ontlast de wegen en bevordert dus de bereikbaarheid. Dat vraagt om een fijnmazig openbaar vervoer met goede aansluitingen en van hoge kwaliteit."